Ligt er al een bestaande vloer in jouw woning, maar wil je graag vloerverwarming? Dan vraag je je waarschijnlijk af of dat samen gaat.
Ligt er al een bestaande vloer in jouw woning, maar wil je graag vloerverwarming? Dan vraag je je waarschijnlijk af of dat samen gaat. Kun je bij vloerverwarming je bestaande vloer laten liggen of moet die eruit? Laten liggen scheelt uiteraard een hoop werk. Gelukkig is er voor bijna elke situatie en vloer wel een oplossing te vinden. Hieronder vertellen we je meer over welke soorten vloerverwarming er zijn en met welke soorten bestaande vloeren je die kunt combineren.
Verschillende bestaande vloeren
Als eerst gaan we dieper in op de verschillende soorten bestaande vloeren. Je hebt bestaande ondervloeren die bij de constructie van een gebouw horen. Denk hierbij aan houten ondervloeren of betonnen/zandcement ondervloeren. Bij houten vloeren kun je de verdeling maken tussen stabiele houten ondervloeren (hier zit weinig tot geen beweging in) en instabiele ondervloeren (hier zit duidelijk beweging in). Je kunt testen wat voor houten vloer je zelf hebt door op de vloer te springen. Beweegt deze mee, dan is het een instabiele houten ondervloer.
Bij verbouwingen komt het ook voor dat er al een afwerkvloer ligt. Deze bestaande afwerkvloer kan ook gebruikt worden als ondervloer voor vloerverwarming. Denk hierbij aan tegels, steen of een houten afwerkvloer. Je hoeft de bestaande afwerkvloer dus niet altijd te verwijderen voor het plaatsen van vloerverwarming. Dit hangt af van het soort vloerverwarming, waarover je hieronder meer leest.
Er bestaan dus verschillende soorten bestaande vloeren. Voor iedere situatie is een vloerverwarmingssysteem te vinden. Mocht vloerverwarming toch niet de gewenste oplossing zijn dan is wandverwarming en plafondverwarming ook een mogelijkheid.
Verschillende soorten vloerverwarming
In de basis heb je twee verschillende soorten vloerverwarming: elektrische en watergedragen vloerverwarming. Vervolgens kun je bij watergedragen systemen ook nog onderscheid maken tussen traditionele vloerverwarming, systemen waarbij je moet frezen en opbouwsystemen. Onder opbouwsystemen kun je ook nog droogbouw systemen en natbouw systemen onderscheiden. We leggen je uit wat de verschillen tussen deze systemen zijn en welke bestaande vloeren er goed bij passen.
Elektrische vloerverwarming
Elektrische vloerverwarming is een manier van verwarmen met elektriciteit. De elektrische verwarmingsdraden zijn vaak verwerkt in kant-en-klare matjes. Deze rol je uit over de gehele vloer en werk je af met tegellijm of egaline. De afwerking hangt af van het soort elektrische vloerverwarming en de wensen van de eindgebruiker.
Elektrische vloerverwarming breng je aan op een stabiele vlakke ondervloer zoals beton/zandcement. Deze vloerverwarming op een bestaande houten vloer plaatsen is meestal niet mogelijk. Houten vloeren zijn namelijk niet geschikt voor de natte laag die er overheen wordt geplaatst en bestaande afwerkvloeren zoals tegels zijn vaak niet vlak genoeg.
Elektrische vloerverwarming gebruik je met name als bijverwarming of in de badkamer. Als hoofdverwarming verbruikt deze veel energie.
Watergedragen vloerverwarming
Bij watergedragen vloerverwarming geldt zoals gezegd de verdeling tussen traditionele systemen, frezen en opbouwsystemen.
1. Traditionele vloerverwarming
Dit is een systeem waarbij je de verwarmingsbuizen plaatst op een betonnen/zandcement vloer en vervolgens overgiet met zandcement/anhydriet. Door deze verwarmingsbuizen stroomt water. De totale hoogte van deze systemen is 5 tot 7 centimeter. Vloerverwarming op een bestaande houten vloer plaatsen kan meestal niet vanwege het gewicht van de vloerverwarming (vaak minimaal 125 kg per m²). Heb je al een afwerkvloer liggen, dan zou je daar in theorie traditionele vloerverwarming overheen kunnen plaatsen. Het probleem zit alleen in de flinke opbouwhoogte die je dan krijgt. Bij een verbouwing heb je geen ruimte om de vloer 5 tot 7 cm te verhogen en daar ook nog eens de afwerkvloer op te leggen. Traditionele systemen worden daarom vooral bij nieuwbouw al tijdens de bouw direct geplaatst.
2. Frezen
Bij frezen worden er in een betonnen/zandcement vloer of een bestaande tegelvloer sleuven gemaakt met een freesmachine. Daarin worden verwarmingsbuizen geplaatst waar water doorheen loopt. Je kunt niet altijd dit type vloerverwarming op een bestaande betonvloer of tegelvloer leggen. In sommige gevallen ligt er leidingwerk in de betonvloer of is de tegel te breekbaar en kunnen er geen nette sleuven worden gemaakt. Op houten ondergronden is het daarom ook niet mogelijk om te frezen.
De opbouwhoogte van systemen waarbij je freest, is vaak laag. De sleuven met de verwarmingsbuizen worden dichtgesmeerd met een reparatiemortel. Een nadeel van frezen is dat dit in sommige gevallen geen egale warmtespreiding geeft. De freesmachine kan niet overal komen en er zit vaak op bepaalde plekken te veel ruimte tussen twee verwarmingsbuizen. Daardoor ontstaan cold spots die kouder en onprettig aanvoelen.
3. Opbouwsystemen
Opbouw systemen zijn verwarmingssystemen die boven op een ondervloer worden gelegd. Je verhoogt hiermee dus de vloer. Er bestaan verschillende soorten opbouwsystemen met verschillende opbouwhoogtes. Al deze systemen werken doordat er water door de verwarmingsbuizen heen stroomt. Het belangrijkste verschil bestaat tussen natbouw en droogbouw systemen:
Natbouw systemen: deze systemen worden afgewerkt/overgoten met een natte laag zoals zandcement, anhydriet of egaline. Je hebt natbouw systemen met een opbouwhoogte van 1,5 cm, maar ook van 3 cm. Dit soort systemen worden bijna altijd geplaatst op betonnen ondervloeren of stevige bestaande vloeren zoals tegels. Houten ondervloeren zijn vaak geen optie door het zware gewicht van de constructie of de natte afwerklaag die niet geschikt is voor hout. Verder hangt het ervan af hoe hoog een vloerverwarmingssysteem is of deze in een woning past. Er zijn overigens wel lageopbouw-systemen van bijvoorbeeld 1,5 cm die wel op een houten vloer kunnen worden gelegd. Het gewicht hiervan is niet schadelijk voor de constructie en er wordt gewerkt met een beschermlaag zodat de houten vloer beschermd blijft.
Droogbouw systemen: deze systemen heb je met een opbouwhoogte van 1,5 cm maar ook van 4 cm. Het handige aan droogbouw systemen is dat ze op bijna alle ondergronden passen. Of dit nu een betonnen ondervloer, een houten ondervloer (stabiel/instabiel) of een bestaande tegelvloer is. De enige voorwaarde aan deze vloer is dat deze vlak (maar niet waterpas) moet zijn. Is dit niet het geval, dan neemt de vloerverwarming de vorm van de ondervloer over. Dan ontstaan er mogelijk kuilen en bulten. Een droogbouw systeem kan op zijn lichtst al 3 kg/m² zijn. Wel moet je er goed op letten dat je een droogbouw systeem altijd afwerkt met een stevige, zwevende afwerkvloer. Je kunt er dus geen pvc, tegels of gietvloer op leggen.
Vloerverwarming op een bestaande vloer: het kan bij WARP Systems
Bij WARP systems vind je altijd een oplossing: of je vloerverwarming nu op een bestaande vloer wilt leggen of niet. We hebben namelijk twee lageopbouw-systemen met een opbouwhoogte van slechts 1,5 cm. SpeeTile is ons natbouw systeem, SpeeTherm is droogbouw. SpeeTile werk je af met egaline en je plaatst de vloerverwarming op je (bestaande) betonnen vloer, een stabiele houten vloer of bijvoorbeeld een bestaande tegelvloer. Het gewicht is zo’n 25 kg per m² en qua afwerkvloeren ben je in de keuze erg vrij. Je plaatst er zowel zwevende (afwerkvloer zonder lijmlaag) als verlijmde vloeren overheen. Ons droogbouw systeem SpeeTherm weegt ongeveer 3 kg per m² en kun je afwerken met een zwevende (afwerkvloer zonder lijmlaag) afwerkvloer als laminaat of parket. Qua ondervloer ben je vrij, zolang deze maar vlak is.