Voor het gros van de Nederlandse huishoudens wordt de hybride warmtepomp na 2026 toch niet verplicht, omdat de investering bij de huidige energieprijzen niet binnen 7 jaar is terugverdiend.
Vanaf 2026 zou iedereen verplicht moeten overstappen op een hybride warmtepomp bij de vervanging van hun cv-ketel, zo kondigde woonminister Hugo de Jonge vorig voorjaar met veel aandacht aan. Dit nieuws zorgde voor opwinding in de installatiebranche. Met de komst van deze warmtepomp zou de cv-ketel alleen nog nodig zijn in zeer koude periodes en voor het verwarmen van tapwater. Uit een grootschalige praktijkproef bleek zelfs dat het gasverbruik met wel 60 tot 75 procent kon dalen.
Maar er zijn zoveel uitzonderingen dat deze verplichting eigenlijk maar voor een zeer beperkt aantal Nederlandse huishoudens geldt.
Een van de belangrijkste uitzonderingen is dat de investering in de warmtepomp binnen zeven jaar terugverdiend moet kunnen worden. Echter, door de afname van het gasverbruik is deze terugverdientijd nu aan het oplopen. Nederlanders hebben, als gevolg van de energiecrisis, een zuinigere levensstijl aangenomen: korter douchen en de verwarming minder hoog zetten. Bovendien proberen huiseigenaren hun woningen zo goed mogelijk te isoleren om het gasverbruik te verminderen. Bij elke nieuwe isolatiemaatregel, zoals het plaatsen van glaswolisolatie of HR++-glas, neemt het gasverbruik af en stijgt de tijd die nodig is om de investering terug te verdienen. Daarnaast zijn de kosten voor een warmtepomp niet gedaald.