Het internet is niet meer weg te denken uit ons leven.
We gebruiken het overal voor, van streaming to videoconferences en smart home apparaten. Als een werkende internetverbinding ontbreekt, zouden velen waarschijnlijk niet meer weten wat ze met zichzelf aan moeten, zo afhankelijk zijn we ervan geworden voor van alles en nog wat. We kunnen dezer dagen gebruikmaken van verschillende typen internetverbinding, die we in huis kunnen halen door een abonnement uit te zoeken via een vergelijkingswebsite voor internetabonnementen zoals Breedbandwinkel. Maar wat houdt dat ‘breedband’ dat we associëren met internet nu eigenlijk in? We leggen het, mede aan de hand van een geschiedenislesje, uit in dit artikel.
In een generieke definitie zou je breedband kunnen omschrijven als een type internetverbinding die snel en efficiënt gegevens overbrengt. De snelheid en capaciteit waarmee breedbandinternet data kan versturen en ontvangen zijn de zaken die breedband hier kenmerken. Maar ook constantheid is een kenmerk van breedbandinternet, net als de capaciteit om tegelijkertijd meerdere toepassingen te ondersteunen, zoals surfen, streamen, gamen en zelfs het houden van videoconferenties. Technisch gezien is breedband echter niet één ding en kan het verschillende vormen van verbindingen omvatten: kabelinternet, DSL (Digital Subscriber Line), glasvezel, satellietverbindingen en mobiele netwerken (4G, 5G) vallen allen onder de noemer breedband. Van oudsher wordt een breedbandverbinding vaak gedefinieerd als een verbinding die in staat is om data te verzenden met snelheden van 256 kilobits per seconde of hoger, maar moderne breedbandverbindingen bieden natuurlijk vaak veel hogere snelheden.
Om dus echt te kunnen vatten wat de betekenis van breedband is, moeten we er iets anders tegenover zetten. Daarvoor moeten we terug in de geschiedenis van internetverbindingen, en dan komen we uit in de jaren negentig van de vorige eeuw. Dat klinkt als lang geleden, maar is in feite ‘slechts’ vijfentwintig jaar geleden. Om toen gebruik te maken van een internetverbinding, moest je gebruikmaken van een zogenaamde dial-up verbinding. Dat was een inbelverbinding die gebruik maakte van de telefoonlijn. In de letterlijke zin ook: het was in feite een digitaal telefoongesprek dat ook daadwerkelijk de vaste telefoonlijn bezet hield. Deze verbindingen waren niet constant, maar moesten bij gebruik tot stand gebracht worden en waren langzaam en onbetrouwbaar.
In de vroege jaren 2000 veranderde de komst van breedbandtechnologie de wereld van internetverbindingen drastisch. Toen introduceerden kabel- en DSL-verbindingen breedbandinternet in veel huishoudens. Kabelinternet werd mogelijk door het bestaande kabeltelevisienetwerk te benutten voor internetverbindingen, terwijl DSL gebruik maakte van de telefoonlijn, maar op een andere frequentie dan traditionele telefonie. Dit betekende dat het internetgebruik geen invloed meer had op de telefoonlijn en beide diensten tegelijkertijd gebruikt konden worden.
Sinds die tijd heeft breedband zich alleen maar verder ontwikkeld. DSL-internet bestaat nog steeds en heeft zich binnen de limieten die het telefoonnetwerk met zich meebrengt nog verbeterd, maar het is een verouderde techniek geworden die vooral Nederlanders dient die graag zo goedkoop mogelijk internet thuis willen. Kabelinternet, dat al veel sneller en stabieler was dan DSL-internet, is inmiddels voorbijgestreefd door glasvezelinternet. Deze techniek maakt een zeer stabiele en snelle internetverbinding mogelijk, maak zorgt er voor het eerst ook voor dat data verzenden net zo snel kan gaan als data ontvangen. Heb jij toch last van een trage internetverbinding thuis? Kijk hier waar het aan kan liggen.