Ook al is het koud, het kan lonend en leuk zijn om vogels te voeren in de winter.
Zowel nieuwe als ervaren achtertuin vogelaars kunnen tijdens de koudste maanden van het jaar het meeste uit hun voederhuisjes halen door te weten welke vogels er zijn en wat ze nodig hebben om te eten.
In de winter kunnen tientallen verschillende vogelsoorten je achtertuin bezoeken, afhankelijk van het weer, de ligging en het landschap van je tuin en waar je woont. Vinken, mussen, meesjes, gaaien, spechten, en meesjes zijn enkele van de meest voorkomende wintervogels, maar andere vogels kunnen zich laten zien bij volle voederhuisjes die er goed uitzien.
Zodra meren en rivieren bevriezen, is het voor vogels moeilijk om drinkplaatsen te vinden
Bij erg koud weer is een verwarmd vogelbad misschien wel het belangrijkste dat je kunt uitzetten. Door je vogels een verwarmd vogelbad te geven om uit te drinken, help je ze niet alleen in leven te blijven, maar krijg je ook veel meer vogels dan met alleen voerbakken.
In de winter hebben vogels een manier nodig om aan water te komen. Vogelbaden kunnen een bron van water zijn, en ze moeten verwarmd worden zodat het water niet bevriest. Op plaatsen waar het koud wordt en het water in vogelbaden kan bevriezen, is een verwarming of verwarmd vogelbad een goede keuze.
Vogels die weg willen voor koud weer en natuurlijke roofdieren kunnen ook gebruik maken van nestkastjes of natuurlijke plantbedekking. Kijk naar de beste vogelbaden en fonteinen om vogels naar je tuin te halen.
In de winter zijn voederhuisjes het nuttigst als ze een groot deksel hebben over de voederpoorten, zitstokken en zaadbakjes, zodat het zaad niet bedolven raakt onder sneeuw of regen. Ze zijn geweldig om vogels in de winter te voeren. Het deksel moet een paar centimeter over de rand van het voederhuisje hangen, zodat het veilig is voor de sneeuw en storm.
Er zijn veel soorten vogels ie zich niet op hun gemak voelen bij traditionele vogelvoeders. De meeste van onze inheemse mussen eten graag op de grond. Door zaad uit te zetten in een grondvoederhuisje kun je ervoor zorgen dat ook deze vogels kunnen eten, zelfs als de grond bedekt is met sneeuw. Zo kun je ook meer uit je tuin halen, win-win!
Door voederhuisjes dichter bij het huis te zetten, blijven de vogels zichtbaar, zodat je ze van binnenuit kunt bekijken. Tegelijkertijd moeten voederhuisjes worden neergezet in de buurt van plaatsen waar vogels zich kunnen verstoppen, zoals heggen of een struikgewas. Dit beschermt de vogels tegen opeten.
Om warm te blijven hebben vogels veel calorieën nodig, dus dingen als pinda's, meelwormen en zonnebloempitten zijn goed voor ze. Plaats vogelvoeders in de buurt van gebouwen, groenblijvende bomen en struiken om vogels te beschermen tegen roofdieren en slecht weer. Je kunt een paar takken van groenblijvende bomen afknippen en die aan de voederhuisjes of palen bevestigen om ze te beschermen en de vogels een koele plek te geven om te zitten. Zorg ervoor dat de voederbakken schoon zijn en dat er altijd voer in zit.
Afhankelijk van waar je woont, kan dit zo eenvoudig zijn als het bad op een plek zetten waar de zon schijnt. In de winter is het moeilijk om water te vinden dat niet bevroren is, dus het is handig om een schone en veilige waterbron te hebben. Ververs elke twee tot vier dagen het water en houd alles schoon.
Hang nestkastjes op waar mensen samen in kunnen slapen. De meeste van deze kastjes hebben een gat in de voorkant bij de bodem om de warmte te laten stijgen. Veel vogels slapen echter samen en delen lichaamswarmte, en nestkastjes kunnen in de winter voor iets anders gebruikt worden.
