Vogels in je tuin; voor de één is het een droom, voor de ander een nachtmerrie.
Voor het grootste deel hangt dat af van het soort vogels dat in je tuin terechtkomt en van de plaats waar je woont. Vogels kunnen heel schattig zijn en leuk om naar te kijken, maar ze kunnen ook veel overlast veroorzaken. Wil jij weten hoe je om moet gaan met vogels in je tuin? Dit zijn handige tips, zowel om vogels aan te trekken als om ze af te schrikken.
Je kunt veel doen om vogels te stimuleren om naar je tuin toe te komen. Dat doe je door de tuin aantrekkelijker te maken voor vogels. Dat kun je bijvoorbeeld op deze manieren doen:
- Plaats een vogelhuisje op een hoge plaats, bijvoorbeeld aan de gevel. Kies een plaats waar geen katten kunnen komen.
- Zorg voor wat beschutting, bijvoorbeeld door struiken. Coniferen, buxussen en dergelijke dichtgroeiende planten zijn populair bij kleine vogeltjes.
- Kies voor planten die besjes of vruchtjes produceren, dat vinden vogels erg lekker.
- Probeer katten en honden uit je tuin te houden of zorg ervoor dat de vogels op een hogere plek lekker kunnen zitten.
- Voer de vogeltjes in de winter wat bij als dat nodig is.
- Een vogelbadje met water of zand vinden kleine vogeltjes meestal heerlijk.
Vogels voelen zich aangetrokken tot tuinen die een wat natuurlijker uiterlijk hebben. Toch kunnen ze ook zeker in moderne of minimalistische tuinen komen als deze aantrekkelijk worden gemaakt. Zo kun je ’s morgens opstaan met het vrolijke gekwetter van vogeltjes in de tuin.
Vogels kunnen heel mooi zijn in de tuin. Maar soms geven ze ook overlast. Met name duiven worden gezien als echte lastposten, omdat ze de boel vies maken. Ook zwermen vogels kunnen overlast geven.
- Zorg voor een rand van Prixxs duivenpinnen op alle plekken waar je geen vogels wilt hebben. Vogels als duiven, kraaien en kauwen zullen dan niet meer op die plek kunnen landen. Met name duiven geven veel overlast doordat ze poepen op de plaats waar ze gaan zitten.
- Wil je weinig of geen vogels in de tuin? Laat er regelmatig een kat rondlopen.
- Bepaalde plekken kun je afschermen met netten. Denk daarbij vooral aan de vijver en aan struiken en bomen met fruit. Voor grotere vogels, zoals reigers, moet je metalen netten gebruiken.
- In een open tuin zullen vogels geen nest gaan bouwen.
- Maak de dakgoot regelmatig schoon, maar doe dat alleen als je zeker weet dat de vogels nog geen eitjes hebben gelegd. Maak ook regelmatig de schoorsteen schoon. Daarmee kun je schoorsteenbrand voorkomen.
- Maak een andere plaats aantrekkelijker voor vogels, zodat ze daar eerder heen zullen gaan dan naar jouw tuin.
Vogels in je tuin kunnen ontzettend gezellig zijn. Je kunt het gezellig voor ze maken, zodat je van ze kunt genieten. Bedenk wel dat je meestal in het voorjaar en de zomer de meeste vogels in de tuin zult zien. In de winter zijn er alleen nog de vogels die het hele jaar door blijven. De trekvogels verdwijnen dan. Heb jij geen zin om vogels in je tuin te hebben, of heb je er last van? Dan kun je maatregels nemen om de overlast te verminderen.
