Nog maar vijftien procent van alle starters op de Nederlandse woningmarkt verwacht in de komende twaalf maanden hun eerste huis te kopen.
Nog maar vijftien procent van alle starters op de Nederlandse woningmarkt verwacht in de komende twaalf maanden hun eerste huis te kopen. Een kwartaal geleden gold dit nog voor ruim twintig procent van de koopstarters. Dit blijkt uit de startersbarometer Q1 2022 van Viisi Hypotheken, een periodiek onderzoek, deze keer onder 1.030 Nederlanders tussen de 22 en 35 jaar oud zonder koopwoning, uitgevoerd door PanelWizard. Maar liefst 62 procent van alle ondervraagden vindt dat er een verbod moet komen op het overbieden op koopwoningen, om zo hun (toekomstige) positie op de woningmarkt te verbeteren.
Ten opzichte van het voorgaande kwartaal zijn vooral twintigers minder positief over hun toekomstige kansen op de woningmarkt. Zo daalde het percentage starters in de leeftijdscategorie tot dertig jaar dat in de aankomende twaalf maanden een huis verwacht te kopen met bijna de helft: van twintig procent naar slechts elf procent. “In nog geen zes maanden tijd is het optimisme onder starters bijna gehalveerd”, zegt Hergen Dutrieux, co-founder van Viisi Hypotheken. “De oplopende inflatie en hogere energieprijzen, maken het er niet makkelijker op om een eerste woning te bemachtigen. De woningmarkt is al oververhit. Waar eindigt dit? Constateren we eind van dit jaar dat nog maar vijf procent van de starters verwacht een woning te kopen? Het lijkt erop dat we die kant uitgaan. Aan wie is dat nog uit te leggen?”
Naast meer bouwen en een landelijk overbiedverbod, is het aanscherpen van de financiële rekenregels volgens een aanzienlijk gedeelte van de starters dé oplossing voor de huidige crisis op de woningmarkt. Zo zegt maar liefst 71 procent van de ondervraagden dat woningkopers beter tegen zichzelf in bescherming moeten worden genomen. Ook de verkopers van woningen moeten eraan geloven: vier op de tien starters pleiten voor een verplichte belasting op overwaarde en niet minder dan 75 procent van hen wil dat het speculeren met woningen bij wet wordt verboden.
Dutrieux: “Dat koopstarters vergaande maatregelen steunen om de woningmarkt vlot te trekken, zie ik als een duidelijk signaal dat de nood onder deze groep heel hoog is. Maar snelle oplossingen zijn er helaas niet. Excessen aanpakken, zoals langdurige leegstand door particuliere verhuurders, kunnen wel enige verlichting brengen. De zelfbewoningsplicht die sommige gemeenten invoeren, is ook zo’n voorbeeld.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat maar liefst 94 procent van alle Nederlandse starters een voorstander is van meer transparantie rondom de aankoop van een nieuwe woning. Daarbij gaat het zowel om een helder biedingsproces als de informatievoorziening voorafgaand aan en tijdens het koopproces. Zo stelt 63 procent van de ondervraagden dat zij graag meer voorlichting willen krijgen over de aankoop van een (eerste) woning. Erg opvallend is hierbij het verschil tussen hoogopgeleiden (68 procent) en praktisch geschoolden (54 procent). Dutrieux: “De aankoop van een nieuwe woning is voor de meeste mensen de grootste uitgave die zij ooit zullen doen. Zo’n beslissing kun je niet lichtvaardig nemen. Het is daarom zorgwekkend dat veel mensen vinden dat de voorlichting tekortschiet.”